Geschiedenis van Siloam
Benieuwd naar het ontstaan van Siloam? We nemen u mee in een stukje bijzondere geschiedenis. Deze tekst komt uit het boekje een Gideonsbende in de ouderenzorg van Kees van Rixoort.
Siloam is ontstaat uit het initiatief van mevrouw Vink. Enkele decennia voordat de opzienbarende woontoren in Hoogvliet uit de grond kwam, startte zij een rusthuis in Rotterdam-Kralingen. Ze liet haar twee villa’s op de hoek van de Merulaweg en de Rozenburglaan inrichten voor ‘langdurig verblijf’. Het huis, gunstig gelegen in een groene omgeving met wat 'leven' in de buurt, telde verscheidene kamers en kamertjes en bood plaats aan ongeveer zestig bejaarde bewoners. Mevrouw Vink, lid van een Pinkstergemeente, was verpleegkundige en onder haar handen veranderde het rusthuis min of meer ongemerkt in een verpleeghuis. Een huis voor bewoners van soms hoge ouderdom, die wel wat verzorging en verpleging konden gebruiken.
Eind jaren vijftig kwam dit toonbeeld van charitatief particulier initiatief in onrustig vaarwater terecht. Mevrouw Vink werd ongeneeslijk ziek en haar rusthuis, zoals het nog steeds heette, zou zomaar in gevaar kunnen komen als er niets geregeld werd. Ze ging met haar zorgen naar haar pastor en voorganger, P. van der Woude, en vroeg hem om raad. De voorganger van de Gemeente Gods in Rotterdam-Zuid kwam, na enig onderzoek, tot de conclusie dat het huis voortgezet zou kunnen worden door het beheer over te dragen aan een stichting. Zo geschiedde. Mevrouw Vink overleed in 1959 en liet het Kralingse rusthuis in haar testament als legaat na aan de stichting, die bij de oprichting in 1960 'Stichting Protestants Christelijke Verpleeginrichting voor Bejaarden en Chronisch Zieken Huize Siloam' werd gedoopt. Het legaat betrof het beheer, de zorg en de verpleging; het onroerend goed moest worden aangekocht met behulp van een obligatielening, die 100.000 gulden bedroeg. Geld dat werd bijeengebracht door ‘vrienden, bekenden en gemeenteleden van de Gemeente Gods’.
Mevrouw Vink liet niet alleen haar verpleeghuis aan de Merulaweg na, maar ook een kleiner rusthuis in Vlaardingen. In dit huis, een kapitale villa aan het Verploegh Chasséplein, was plaats voor ongeveer 25 ouderen. Het heette – net als het andere huis van mevrouw Vink – huize Siloam. De naam is afkomstig uit de bijbel en verwijst naar een bijzondere watervoorziening in de stad Jeruzalem. Het water was afkomstig uit een bron buiten de stad en kwam via een tunnel binnen de veilige stadsmuren, zodat de stedelingen zich ook in tijden van belegering konden laven en wassen. In het Nieuwe Testament krijgt een blinde het licht in zijn ogen terug als hij die, in opdracht van Jezus, heeft gewassen met water uit de Siloamvijver. De naam Siloam krijgt zo voor ons een bijzondere lading.
Het bestuur van de stichting, waarvan Van der Woude voorzitter was geworden, moest al snel na de overdracht van beide tehuizen flink aan het werk. Het verpleeghuis in Kralingen voldeed namelijk niet aan de aangescherpte overheidseisen en ook het rusthuis in Vlaardingen was verouderd. Met overheidsgeld uit de zojuist geïntroduceerde Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) kon de ingrijpende verbouwing van het verpleeghuis ter hand worden genomen. Op de plek van de twee villa’s aan de Merulaweg kon in 1965 een modern verpleeghuis worden geopend met plaats voor 62 somatisch zieken. In 1990 is het verpleeghuis Siloam gerealiseerd aan de Kruisnetlaan in Hoogvliet, naast het verzorgingshuis (de serviceflat) dat daar al stond.